1.6.10

Ruzie

Bij het betreden van onze straat ontwaarde de heer Ozenfant een gelige, grote, onaangelijnde, naast een auto geparkeerde hond, die ogenblikkelijk overstak en de heer Ozenfant aanviel. Dat werd, zoals Ymkje het zou omschrijven "varkensbijten`". De heer Ozenfant liet een waarschuwend countertenorblafje horen en verhief zich, geheel tegen zijn gewoonte in, niet op zijn achterpoten. Ik vloekte, want waarom was het dreigende gevaar niet aangelijnd en wist de eigenares vervolgens haar hier een daar kaalgeschoren beest, vermoedelijk een gevolg van eerdere gevechten, niet meteen tot de orde te roepen. Na thuiskomst duurde het en kwartier voordat de heer Ozenfant weer geheel de oude was.