5.6.10

Lijstduwers

Even terug naar de vorige Tweede-Kamerverkiezingen, toen de Partij voor de Dieren een heel scala van lijstduwers opvoerde: Paul Cliteur, Rudy Kousbroek, Kees van Kooten, Jan Wolkers, Martin Gaus, Maarten 't Hart, Ivo de Wijs en Georgina Verbaan. Dit keer zijn ze allemaal verdwenen en ondekte ik alleen bij Partij één een lijstduwer: Awraham Soetendorp, gepensioneerd rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente en bij Lijst 20 een lijstduwer: G. Wouders, estheticus.
Ik interviewde laatstgenoemde.
"Meneer Wouders, waarom lijstduwer? Dat is toch een vreemd verschijnsel, niet in de Tweede Kamer plaatsnemen, maar op basis van uw populariteit onder aan een lijst gaan bungelen?"
"Dat is doodeenvoudig, ik ben een zeer druk bezet mens en kan onmogelijk tijd vrij maken om ook nog eens in de Tweede Kamer plaats te nemen."
"Maar als puntje bij paaltje komt is dat toch pure volksverlakkerij?"
"Dat is uw mening, maar ik ben het op alle punten met het partijprogramma van Lijst 20 eens!"
"Dan vraag ik u naar één zo'n punt."
"Kijk, waarom wel zoveel ophef over Wilders' kopvoddentaks en geen enkele aandacht voor het veel meer vervuilde straatbeeld, dat Nederland te zien geeft als de temperatuur nauwelijks boven de negentien graden uitkomt en elke man van kiesgerechtigde leeftijd en daarboven meent zich in korte broek te kunnen hijsen en zich zo, dikwijls ook nog met ontbloot bovenlijf, in de bebouwde kom te vertonen? Dat is toch abject. Daarom alleen al ben ik lijstduwer van Lijst 20. Ik ben estheticus, weet u wel?"
"Maar van die korte broeken heeft toch geen mens last?"
"Dat denkt u maar, het is gezichtsvervuiling van het ergste soort! Bovendien wie heeft last van hoofddoekjes? Ik vind die esthetisch verantwoorder dan een korte broek gedragen door een gebierbuikte man van vijfenvijftig, om maar eens wat te noemen!"
"Meneer Wouders, ik dank u voor dit gesprek."