Dat de "founding fathers" geen koning wilden en dat ze als staatsvorm iets anders voor ogen hadden dan een kopie van Groot-Brittannië was duidelijk, ze kozen voor een vereniging van staten, zoals de Zeven Verenigde Nederlanden, maar dan zonder stadhouder. Zelfs voor het geld keken ze naar hier en ons kwartje werd hun quarter. Ze gaven hun president veel macht, te veel macht. In Europa hadden koningen destijds ook veel macht, maar daar kwam door revoluties in 1848 een einde aan. In de Verenigde Staten gebeurde niets, ze hadden daar het idee dat ze de allerbeste democratie ter wereld hadden, dat ze de revolutie van 1848 gemist hebben, wordt momenteel op een wrange manier duidelijk.