25.1.21

TRACTOREN

Zo heel veel modeltractoren heb ik niet. Een mens kan nu eenmaal niet alles verzamelen. Stoomtractoren waren in de negentiende eeuw niet bijster succesvol, dus was men naarstig op zoek naar een landbouwwerktuig met een benzinemotor dat het paard kon vervangen. Dat ging niet van een leien dakje en de overname door de tractor van het paard heeft lang geduurd. De eerste redelijk succesvolle tractor dateert uit 1892 toen een smid uit Iowa, John Froelich, bovenstaand gevaarte  ontwierp, met een Van Duzen ééncylindermotor, en één versnelling voor- en één versnelling achteruit.


Dat landbouwtractoren paarden konden vervangen om kanonnen te trekken drong ook door tot de Duitse legerleiding en dus bouwde Lanz tijdens de Eerste Wereldoorlog de Lanz ZF, met een zescylindermotor en een gewicht van 8575 kilo.

 

Zo'n enorm gevaarte speelde natuurlijk geen enkele rol in de ontwikkeling van de landbouwtractor, die was wel weggelegd  voor de Waterloo Boy Model N uit 1918, een nazaat van de eerder gemelde Froelich en in  feite een directe voorganger van de John Deere.

 

John Deere, altijd in het kenmerkende groen en geel. Dat is trouwens opvallend dat tractorfabrikanten hun producten leveren in een een voor hun fabriek duidelijk kleurenschema.

 

Ook Citroën leverde een tractor, het is duidelijk dat deze tractor qua uiterlijk (zie de motorkap) veel ontleende aan een personenwagen.


Medio  jaren twintig verscheen deze Farmall met een viercylindermotor, opvallend is de besturing, die over de "motorkap" loopt.

Het is trouwens wonderlijk dat Lamborghini, Porsche en David Brown behalve tractoren sportwagens maakten.