Doug Sahm, ach, Doug Sahm, man vol muziek en vol verhalen. Zijn verhalen buitelen over elkaar in mijn hoofd, maar ik ga ze niet vertellen. Alhoewel, eentje dan.
Ik zit in San Francisco bij hem op zijn hotelkamer en het gesprek komt op Maria Muldaur. Maria Muldaur, die reborn christian werd en hoe hij door te preken over de Heer haar tussen de lakens kreeg. Zeer brede grijns op zijn gezicht.
Het Sir Douglas Quintet ontstond in het midden van de jaren zestig als antwoord op de Britse invasie in het Amerikaanse muziekwezen. Doug was samen met Augie Meyers, op het kenmerkende Voxorgeltje, de spil van de band. Ik ben zowel in Nederland en Belgiƫ als in de Verenigde Staten met de band op tournee geweest, niet altijd met dezelfde bandleden, maar Doug en Augie waren er steevast bij. Lachwekkende dingen meegemaakt: Augie, die vanwege zijn lange, in een vlecht gebonden haar, de eetzaal werd uitgestuurd van een Belgisch hotel waar de band logeerde, omdat andere gasten zich eraan zouden ergeren, de regels gelezen waar een band die in Disneyland optreedt aan moet voldoen, het regime in een gevangenis kan nauwelijks strenger zijn.
Doug Sahm is inmiddels al weer jaren dood, eenzaam overleden in een hotelkamer in New-Mexico, zover ik me herinner.
Ik heb twee keer bij Augie gelogeerd op zijn boerderij, waar hij destijds woonde, in Bulverde, vlakbij San Antonio. De eerste keer, ik kwam uit San Antonio, vertelde hij me dat ik in de richting van Austin moest rijden, goed op moest letten en op hem moest wachten bij een kleine aan de linkerkant van de weg gelegen supermarkt, want dat ik anders de weg naar zijn huis niet zou kunnen vinden. Hij was er eerder dan ik. De in Nashville gehuurde Chevrolet kreeg het stevig voor zijn kiezen toen ik achter Augies pickuptruck aanhobbelde naar de boerderij. Dat moet in 1978 geweest zijn. Drie jaar later was ik er weer. 's Avonds gingen we vaak naar het ice house, een plaats waar je vroeger, in een koelkastloos tijdperk, ijsstaven kon halen om het voedsel goed te houden. Nu kon je er tanken en 's avonds en biertje drinken. Het waren merkwaardige avonden. Op een avond zat er een redelijk frivole dame, die zich dooreen heer vol liet gieten, tot haar echtgenoot haar kwam halen, eerst ontstond er enig geschreeuw, daarna trapte de heer woedend tegen de deur van zijn eigen auto. Hij deed dat met zoveel verve, dat hij met de punt van zijn laars in de deur bleef vastzitten. Ik moest lachen, maar werd door Augie ogenblikkelijk tot de orde geroepen: "If he's gonna shoot, he's gonna shoot at you, 'cause you're laughin'". Op een andere avond zaten we met een gezelschap aan de ook in Duitsland niet onbekende schragen. Op zeker moment zegt de man naast me, neem van me aan dat dat heel vreemd klinkt, tegen zijn aan de ander kant van de tafel zittende zoon: "Hast du noch Geld?" Ik reageer met: "Schau mal bitte nach". Verbazing naast me: "You speak German, I thought you're from Holland". Ik leg uit dat Duitsland 100 mijl van mijn woonplaats ligt, maar dat ik het heel bijzonder vind dat hij Duits spreekt. Ik krijg een heel verhaal in het Duits, dat zijn "Vorfahren in 1844 ausgewandert sind". Het is heel even stil. Na 140 jaar en dan nog steeds Duits, dat betekent dat ze steeds in dezelfde kring zijn getrouwd. Dan vraagt hij: "Gibt es auch Juden in Holland?" Godverdomme, ook hier dus, ik vraag kortaf" Wieso?" "Meine Vorfahren waren Juden." Verkeerd voorgeprogrammeerd Bloemendaal denk ik en krijg tranen in mijn ogen. Een paar dagen later, ik weet inmiddels dat er rond Bulverde heel wat nazaten van Duitse immigranten wonen, zie ik een grote maaimachine langdurig midden op het land stil staan. Ik loop er naar toe en begin in het Duits. Het blijkt geen enkel probleem . Ik vraag: "Ist es nicht schwierig diese Machine hier mitten auf'm Land zu reparieren?" "Nein, nein", is het antwoord, "aber zuhause habe ich ein kleines Luftschiff und das ist schwierig zu reparieren." Luftschiff?? Ik begrijp het, zijn voorouders zijn uit Duitsland weggetrokken toen er al wel luchtschepen waren, maar nog een vliegtuigen, het woord Flugzeug kent hij dus niet. Zal ik het hem vertellen? Nee, het is veel mooier zo. Ons gesprek kabbelt voort, hij vertelt me over zijn slechte huwelijk. Ik hoor details die ik niet aan een vreemde zou vertellen. Thuis op de boerderij vertel ik Augie dat het bij zijn buren geen pais en vree is. Augie reageert verbaasd:"He never told me." Het moet zijn moedertaal zijn die ervoor zorgde dat de man me in vertrouwen nam.
Met het orgeltje en wat ander bandspullen op een aanhanger achter een huurauto vertrekken Augie en ik een paar dagen later naar Los Angeles. Doug Sahm is gaan vliegen. Daarna gaan we naar San Francisco voor een plaatopname, dat werd "Groovers Paradise" (Warner Bros BS2810)
Twee opnamen van het Sir Douglas Quintet, de eerste uit de jaren zestig met Doug Sahm (zang, gitaar), Augie Meyers (orgel) en Johnny Perez (drums), de andere twee lijken me geen lid van het oorspronkelijke kwintet. "She's about a mover".
De tweede dateert uit het begin van de jaren tachtig: Doug Sahm, Augie Meyers, Johnny Perez, Speedy Sparks (basgitaar), Shawn Sahm (zang en gitaar) en een onbekende dame. “Who'll be the next in line?”