Gister was het Helhemelvaart en toen we nog bij ons ouden op De Folgeren woonden en zestien waren zei ons vader: heden blijven jullie in de huis, want de fijnen zijn los van de ketting en ik heb geen nocht dat jullie straks zwaar zijn omdat zo’n fijneneen zichzelf niet van de drank en in de macht houden kon. Ik had geen idee waar ons vader het over had, want het verstand komt met de jaren. Zo zaten wij tussen ons zestiende en ons vierentwintigste op Helhemelvaart altijden in de huis en konden de fijnen met elkaren ompijlen. Met ons buurmeisje, met een vader die haar niet in het tuig had is het toen niet goed afgerend. Ze waren daar in de huis ook niet fijn, maar zij was al met een kamerdaadske met de tram op Leeuwarden aan en in een steeg bij de Nijstad moet het toen gebeurd wezen. Zij hadden eerst naar de bloemetjesmarkt op het Zaailand geweest en daarna kwamen ze in een ploegje jongereend uit Drogeham te landen en zjn ze samen naar de Prinsentuin opgezet. En maar zwieren en zwaaien, een van de Drogehammers op de weromweg naar het station, klaar ook met de kleine man en ons buurmeisje heeft daar in tweevoud de last van getuigd. Het lijkt mij zo toe dat wij de naam Helhemelvaart ook zo tsjuiten moeten: hemel voor de manlieden, hel voor de vrouwlieden.
Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule.