12.8.13

Drachten 5

Ik loop achter het huis langs de naaldboom met de rode bessen en sta plotseling tegenover een Duits soldaat, die met zijn armen de trappende bewegingen van een fietser nabootst, mij aankijkt en een woord dat klinkt als “Vara” uitspreekt. ik begrijp hem niet. Voor mij is “Vara” radio en voor zover ik weet hebben we die niet. ik schud mijn hoofd. Later begrijp ik dat hij op zoek was naar een “Fahrrad”.
Ik heb een hele collectie speelgoeddieren, die gaan iedere avond mee naar bed. Bokke, Nero, Whitie, Blackie heten ze. Bokke, de beer, ligt naast me, daaronder tot aan het voeteneind, maar wel allemaal onder de dekens de rest, de honden.
Tegenover het huis aan de andere kant van de vaart staat de melkfabriek, de Leijmpf. Daarvoor staat op zeker ogenblik een stropakmachine. Ik ga een paar keer na schooltijd kijken: aan de ene kant gaat er los stro in, aan de andere kant komen er grote pakken stro uit. Die machine werkt voor de Duitsers.
Op een morgen, heel vroeg, hoor ik een daverende knal. Ik pak Bokke en Whitie, vlucht mijn bed uit, de tuin in.
De pakmachine is in de lucht gevlogen. Alle ramen aan de voorkant van ons huis zijn weg.
Later op de dag komen er mensen, die zomaar door de sponningen de woonkamer instappen.
Er zit een gat in de zijkant van de eetkamertafel en in een boek zit een scherf van de pakmachine.
Het is het enige boek van mijn vaders omvangrijke bibliotheek dat beschadigd is: “De Bijbel naar de Leidsche vertaling”. Die scherf zit er nog steeds in, want die bijbel ligt nu naast me. Een aantekenbriefje met mijn vaders handschrift is mee beschadigd, er staan een paar namen op: Jagersma, v.d. Wal, Haarsma, Marie Douma. Voorin ligt een onbeschadigd briefje van dominee Heidinga uit Beetsterzwaag d.d. 30 december 1944. Ik citeer: “ Beste vrienden, Voelen jullie ervoor ‘t oude jaar bij ons uit te zitten? Of kan Nico de reis nog niet doen. We maken van zo’n avond samen wat met de Wiersma’s. Graag even een berichtje. is er nog iemand die fietst?
Telefonisch kan je hier de dokter of veearts een boodschap geven. Tot kijk, Jetze H.”
Nu weet ik het weer Rita zat bij de Wiersma’s ondergedoken.