Zelfs Henry Ford hield zich in 1913 bezig met een electrische auto, dat het project uiteindelijk geen doorgang vond had te maken met het feit dat hij de ontwikkeling van een tractor belangrijker vond. Toch waren er zo'n kleine vijfentwintig fabrieken en fabriekjes in de Verenigde Saten die zich bezig hielden met de bouw van electrische personenauto's, bovendien waren er ook constructeurs van electrische vrachtwagens die n.b. (zie hier boven) gezamenlijk reclame maakten. In 1925 had Autocar nog twee electrische vrachtwagens in zijn programma: de E-3-H en E-5-M, terwijl Ward o.a. een electrische bestelwagen, de B-222 bouwde, alle drie hadden een frontstuurcabine en de snelheid lag rond de twaalf mijl per uur.