14.4.20

14 april

Lolkje Bordjepap en Sytze T. Rontommel voor hun beider woonte te Drachten (Smallingerland), een gemeente waar op volslagen  unieke wijze de  herinneringen  van voormalige inwoners in ere worden gehouden met behulp van het plaatselijk oudheidkundig  genootschap, waarvan Sytze het secretariaat  verzorgt.  Lolkje en Sytze zijn tot in Gorredijk (Opsterland) bekend door hun vlammende uitvoering van het Friese volkslied, dat naast de Friese vlag, de jongste jaren zo'n grote rol speelt bij een aantal vaderlanders dat het noodzakelijk vindt het bestaan van een zwartgeverfde witman in stand te houden.
Het moge duidelijk zijn dat Lolkje op de foto haar "hânbreide mûtse" op heeft, normaal draagt zij een "unoxwoarstklotse", die zij in Franeker veroverde tijdens de laatstgehouden Elfstedentocht. Sytze heeft de lichtbeige "earpuolkdoek" om zijn hals, daardoor concluderen we dat de foto op 14 april - de dag dat Drachten in 1945 werd bevrijd - genomen is, want alleen op die dag is ieder jaar het openlijk dragen van  de lichtbeige "earpuolkdoek" in Smallingerland toegestaan.
Net als het Twents volkslied was het Fries volkslied eens een gezang waarop Duitse studenten zich bedronken en heette het uiteraard anders, namelijk "Vom hoh'n Olymp herab" en luidde de tekst van het door Heinrich Schnoor (1762-1828) gecomponeerde lied aldus:
"Vom hoh'n Olymp herab ward uns die Freude, 
Ward uns der Jugendtraum beschert;
D'rum, traute Brüder, trotz dem blassen Neide, 
Der uns're Jugendfreuden stört! 
Feierlich schalle der Jubelgesang 
Schwärmender Brüder beim Becherklang!"