Lolkje Bordjepap
en Sytze T. Rontommel voor hun beider woonte te Drachten (Smallingerland), een
gemeente waar op volslagen unieke wijze de herinneringen van
voormalige inwoners in ere worden gehouden met behulp van het
plaatselijk oudheidkundig genootschap, waarvan Sytze het secretariaat verzorgt. Lolkje en Sytze zijn tot in
Gorredijk (Opsterland) bekend door
hun vlammende uitvoering van het Friese volkslied, dat naast de Friese
vlag, de jongste jaren zo'n grote rol speelt bij een aantal vaderlanders dat het
noodzakelijk vindt het bestaan van een zwartgeverfde witman in stand te houden.
Het
moge duidelijk zijn dat Lolkje op de foto haar "hânbreide mûtse" op
heeft, normaal draagt zij een "unoxwoarstklotse", die zij in Franeker veroverde tijdens de laatstgehouden Elfstedentocht. Sytze heeft de lichtbeige "earpuolkdoek" om
zijn hals, daardoor concluderen we dat de foto op 14 april - de dag dat Drachten in 1945 werd bevrijd - genomen is, want alleen op die dag is ieder jaar het openlijk dragen van de
lichtbeige "earpuolkdoek" in Smallingerland toegestaan.
Net als het Twents volkslied was het Fries volkslied eens een gezang waarop Duitse studenten zich bedronken en heette het uiteraard anders, namelijk "Vom hoh'n Olymp herab" en luidde de tekst van het door Heinrich Schnoor (1762-1828) gecomponeerde lied aldus:
"Vom hoh'n Olymp herab ward uns die Freude,
Ward uns der Jugendtraum beschert;
D'rum, traute Brüder, trotz dem blassen Neide,
Der uns're Jugendfreuden stört!
Feierlich schalle der Jubelgesang
Schwärmender Brüder beim Becherklang!"