B.N.C. was een van die kleinere Franse autofabrieken die, in de jaren twintig van de vorige eeuw furore maakte, met uiterst sportieve tweezits open wagens uitgerust met een motor van elders, zoals een Ruby (927cc), S.C.A.P. (900 en 1100cc) of Chapuis-Dornier. De B.N.C.'s waren ogenblikkelijk herkenbaar aan hun achteroverhangende radiateur. Zoals zo vaak ontstond het merk door samenwerking van een technicus en een een financier. Lucien Bollack was de technicus, René Netter de financier, de C stond voor Compagnie, waarmee waarschijnlijk technisch directeur Jacques Muller werd bedoeld. De diverse geproduceerde versies kregen namen van beroemde racecircuits als Monza, Monthléry en Miramas, al zien we in de opname een recentere race op het Belgische Francorchampscircuit. In 1927 waren er twee eerste plaatsen in Fontainebleau, in 1928 een zevende plaats in Le Mans en in 1930 won B.N.C. zijn klasse in de Spa 24 uur. Lucien Bollack was toen al uit de firma verdwenen en hield zich bezig met de import van Amerikaanse motoren. B.N.C. stopte de productie in 1931.