Eigenlijk klopt de titel van dit stukje niet, want beide modellen zijn een R.W. Modell, maar ze komen heel duidelijk uit dezelfde fabriek als die van Ziss. Het aardige van de firma (of firma's) was dat ze een zeer breed beeld gaf (gaven) van de Duitse automobielindustrie, van heel exclusief, zoals de Mercedes Kettenwagen uit 1905 tot de simpele Hanomag "Kommissbrot" uit 1924. Nu is het altijd lastig vast te stellen of de fabrikant het met de datering van zijn modelletjes het wel bij het rechte eind heeft, want bovenstaande Mercedes lijkt meer op een zescylinder uit 1907/8 dan op een viercylinder Mercedes Simplex uit 1905. De maximumsnelheid van de zescylinder was niet mis 95 km/u., maar de cylinderinhoud was er dan ook naar, bijna 10 liter. De prijs hing van de carrosserie af, maar die zal tussen de 20.000 en 30.000 Mark hebben gelegen.
De Hanomag "Kommissbrot" uit 1924 bevindt zich wat prijs betreft aan het andere uiterste van de schaal, het was de eerste auto van Hanomag een fabriek, die in 1824 als machinefabriek in Hannover-Linden was begonnen en inmiddels de nodige faam genoot als locomotiefconstructeur. De auto had een achterin geplaatste ééncylindermotor met een inhoud van net geen geen 500cc. De aandrijving vond met een ketting plaats, die in een oliebad liep. Tot en met 1928 was het wagentje leverbaar. De maximumsnelheid was 65 km/u.
In Duitsland waren voor verschillende merken redelijk denigrerende spreuken in gebruik, voor Lloyd was dat: "wer den Tod nicht scheut, fährt Lloyd", voor Hanomag gold de volgende; "ein bisschen Blech, ein bisschen Lack, fertig ist der Hanomag".