24.7.15

Oom Bill

Soms lees ik boven een ander boek dan beneden, boven las ik de afgelopen weken "Gironimo", Riding the Very Terrible 1914 Tour of Italy" van Tim Moore, waarin hij op een stokoude fiets in een replica van stokoude rennerskledij de Giro van 1914 nafietst en daar een hilarisch verslag overschrijft met zo nu en dan een teruggreep naar de echte Giro van 1914. Daarna "Just my Type", a book about fonts, van Simon Garfield, een boek dat ik het best kan omschrijven als de geschiedenis van onze letters. Beide boeken warm aanbevolen, die service kan ik onmogelijk bieden aan het boek dat ik beneden las: "Mother Tongue". The story of the English Language van Bill Bryson. Ik kreeg al lezend weer mijn authentieke Oom Billsyndroom, overstromend van aversie jegens de onbewezen vaststellingen die in al zijn boeken voorkomen. Ik citeer: "English retains probably the richest vocabulary, and most diverse shading of meaning, of any language. We can distinguish between house and home (as, for instance the French cannot). Je kunt het omgekeerde bewijzen door te stellen dat Frans een rijkere taal is dan Engels, omdat er een onderscheid gemaakt wordt tussen u en je. Oom Bill beweert dat asparagus een verbastering is van sparrow-grass, terwijl het natuurlijk gaat om de Latijnse naam van een plantengeslacht, sordid en swarthy komen volgens Oom Bill van het Latijnse "sordere", terwijl laatstgenoemd woord natuurlijk afgeleid is van het  Duitse schwarz. Nog een citaat: "We in the English-speaking world are actually sometimes better at looking after our borrowed words than the parents were. Quite a number of words that we've absorbed no longer exist in their place of birth. For instance, the French do not use nom de plume, double entendre, panache, bon viveur, legerdemain (literally 'light of hand'), or R.S.V.P. for répondez s'il vous plait." Maar waarom, Oom Bill, staan in mijn  Frans woordenboek uit 1961 dan nom de plume, panache, bon vivant en R.S.V.P.? Omdat Oom Bill, je maar een beetje aanouwehoert.