Het was niet alleen Nash die de vooroorlogse carrosserie van een nieuwe grille voorzag, andere Amerikaanse automobielfabrieken deden dat ook, wel viel een trend te constateren: de verticale grille werd vervangen door een horizontale grille. In Europa gebeurde nog minder: de productie van vooroorlogse auto's werd in 1946 voortgezet, soms werd een iets weggelaten, zo verloor de Wolseley 14/60 zijn cricks onder de wagen en de Peugeot 202 zijn leeuwen op de 'fender skirts'.
Hierboven staat een Ford uit 1940, die in 1946 met een totaal gewijzigde, horizontale grille in de showroom verscheen, de spatborden waren voor het modeljaar 1942 al gewijzigd. De grille bleef voor de jaren 1947 en '48 nagenoeg hetzelfde, alleen de plaats van de 'stadslichtjes' werd gewijzigd, ze gingen van boven de grille naar onder de koplampen. Pas voor het modeljaar 1949 - in werkelijkheid
in juni 1948 - verscheen een compleet nieuwe Ford, n.b. buiten de eigen
studio ontworpen. De gele cabriolet dateert uit 1946, de witte 'Fordor'
uit 1949. (Jaren geleden heb ik zo'n Ford V8 uit 1946 gehad, een vierdeurs, dus anders dan deze Texaanse tweedeurs. Fijne auto, al ben ik er nooit aan toe gekomen om de versnellingsbak te laten reviseren, de één werkte niet, maar je trok de wagen net zo gemakkelijk in z'n twee op.)