In werkelijkheid heette Fréhel (1891-1951) Marguerite Boulc'h, alhoewel ze eerst naam maakte als Pervenche. Ze was de dochter van uit Bretagne stammende ouders en had voordat ze ze bekend werd als chansonière verschillende baantjes in Parijs. In 1910 trouwde ze met de liedjeszanger Roberty (Edouard Holland) die haar met groot succes naar het toneel bracht. Alcohol bleek voor haar een groot proleem, Roberty verliet haar en Fréhel begon een relatie met Maurice Chevalier, die haar in de steek liet voor Mistenguett, waarna ze een zelfmoordpoging deed. Ze vertrok naar het buitenland en trad in 1914 op in Boekarest en vervolgens in Istanbul en Rusland. In 1923 was Fréhel terug in Parijs waar ze door de directeur van l'Olympia werd binnengehaald met de juichkreet "'l'inoubliable et inoubliée Fréhel". Ze maakte in de jaren dertig films o.a. met Jean Gabin, maar bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog doorwerken, wat haar daarna werd verweten. Ze stierf verarmd in haar woning in de Rue Pigalle.