In 1962 verscheen bij Walter-Verlag in Olten en Freiburg in Breisgau (Duitsland) Salcia Landmanns "Jiddisch, das Abenteuer einer Sprache", met niet alleen een historische verhandeling, een woordenboek, een reeks grappen (niet alleen afgedrukt in kwadraatschrift maar ook in - zeg maar - het normale schrift) en een inleiding tot het Rotwelsch, de Duitse dieventaal. In het Nederlands kwam in 1970 de tweede druk uit van "Jerosche" (Jiddische spreekwoorden en zegswijzen uit het Nederlandse taalgebied van de hand van H. Beem, in 1992 gevolgd door de derde druk van "Sje-eriet" (resten van deze van een taal) van dezelfde schrijver. De eerste drukken dateren van respectievelijk 1957 en 1966. Van eerder datum, 1914, dateert "Het Joodsch in Nederland" van Voorzanger & Polak, dat in 1974 een herdruk beleefde. Een Engels-Jiddisch/Jiddisch-Engels woordenboek verscheen in 1977 bij Schocken in New York, het werd samengesteld door Ulrich Weinreich en het was destijds, toen ik het aanschafte - behoorlijk prijzig: op twee gulden dertig na honderd gulden. Van 1992 dateert het "Jiddisches Wörterbuch" (mit Hinweisen zur Schreibung, Grammatik und Aussprache) in de Duden Taschenbücher-reeks.Ik neem aan dat voor weinig geld nog wel ergens op te duikelen is. De samensteller was Ronald Lötzsch en in zijn voorwoord stelt hij: "Jiddisch ist die dem Deutschen nächstverwandte westgermanische Sprache. Es steht unser Muttersprache ungleich näher als das Englische und selbst als das Niederländische. Besonders groß ist die Übereinstimmung mit dem sog. Ostmitteldeutschen, zu dem u.a. das Berlinische und das Sächsische (die Umgangssprache großer Teile des historischen Sachsens und Thüringens) gehören. Die Vorgeschichte des Jiddischen beginnt mit der Ansiedlung jüdischer Gemeinden in der im Rheinland gelegegen römischen Provinz Germanien zur Beginn unserer Zeitrechnung."