Het bleef een paar jaar stil wat betreft de Drentse dichtkunst, maar in 1961 verscheen er een klein bundeltje van de hand van Sokkerling Hoekenpak, die door de de echte Drentse literatoren het liefst vergeten wordt en bijvoorbeeld door Bart-Jan Buitenkomst, poëzierecensent van de "Beiler Heraut" als maker van bijzonder goedkope rijmelarij wordt neergezet, maar buitengewoon geliefd is bij de doorsnee-Drent, zeker nadat veel van zijn gedichten op muziek zijn gezet door zijn broer Jurre Hoekenpak en met begeleiding van de "Zwinderse Boys" op een grammofoonplaat verschenen. Vooral "Als in mijn hunebed lig te dromen", "Als de klok van Uffelte" en "Schaapjes, hoe kan ik jullie danken" werden destijds door de in overvloed in Drenthe opererende radiopiraten veel gedraaid. De zang op de plaat werd door Sokkerling en Jurre zelf verzorgd en terecht is opgemerkt dat ver voordat er sprake was van een hype rond de Friese Hepie & Hepie, Drenthe een mannelijke versie had met Lammert & Lammert, want dat waren de artiestennamen van Sokkerling en Jurre.