21.9.07

Ophicleide

Aah, de negentiende eeuw, eeuw van uitvindingen: treinen, auto's, fietsen en muziekinstrumenten. Tuba, accordeon, saxofoon, ophicleide. Pardon? Ophicleide? De eerste keer dat ik het instrument hoorde was op de elpee "19th Century American Ballroom Music" van de Smithsonian Social Orchestra & Quadrille Band (Nonesuch H-71313) en het zou nog jaren duren voordat ik het instrument zag en kon aanraken. Dat laatste gebeurde in Parijs, lopend van de Place de la Bastille over de Boulevard Beaumarchais sloeg ik de eerste zijstraat links in: Rue du Pas de la Mule. Aan de rechterkant een winkel met antieke muziekinstrumenten van Andre Bissonet. Oorspronkelijk was hij slager in dezelfde winkel: de tegeltjes op wanden en vloer verraden het nog. En daar was hij: de ophicleide. Een nu vergeten muziekinstrument, dat toch is voorgeschreven in composties van Berlioz en Mendelssohn, maar werd ingehaald door tuba en euphonium. Uitgevonden door Halary (echte naam Jean-Hillaire Astré), die er in 1821 patent opkreeg. De ophicleide lijkt een koperen fagot met een zelfde soort kleppensysteem als van laatstgenoemd instrument, maar met het mondstuk van een koperinstrument als bijvoorbeeld de trombone. Net als de Sax creëerde Halary een hele familie van instrumenten, in zijn geval van alt- tot contrabasophicleide.
We zien in de video Nick Byrne, die zijn ophicleide bij eerdergenoemde Bissonet kocht, Erhard Schwartz en Douglas Yeo, tijdens de "Eerste Ophicleide Top" op 3 september j.l. in Berlijn. Op de foto" Nick Byrne met ophicleide.