Inmiddels ben ik bij Scat 18 en ik ben nog altijd maar in het begin van de jaren dertig. Wat wil ik eigenlijk aantonen? Dat er voor "a-whop-bam-a-lu-mop-a-lomp-bam-boom" al nonsensvokalen waren en de eer niet aan rock-'n-roll toekomt ze het eerst gebruikt te hebben? Misschien, ik weet het zelf niet. Wel weet ik dat het me irriteert wanneer jazz als baanbrekend instrument in het proces van de beëindiging van de Amerikaanse rassenscheiding over het hoofd wordt gezien. Wordt vergeten door een jongere generatie, die denkt dat de moderne popcultuur begint in 1954 en die Elvis Presley ziet als de messias. Toevallig stuitte ik deze week op de volgende zin: "Charlie Parker en anderen experimenteerden eind jaren veertig al met combinaties van - meestal zwarte - jazz en meestal blanke strijkorkesten."* Dat Benny Goodman in de jaren dertig een kwartet vormde met Teddy Wilson en Lionel (hey-ba-be-rebop) Hampton (beiden zwart) en Gene Krupa wordt vergeten, en dat DeFord Bailey, kleinzoon van slaven, één van de pioniers was in het radioprogramma The Grand Ole Opry wordt ook niet genoteerd. Dat zijn slechts twee voorbeelden uit de jazz- en uit de countrymuziek. Ik ga nog even door met de scatvokalen, er zit niets anders op. Daar zijn The Three Peppers (foto) die op 27 februari 1937 "Swinging at the Cotton Club" opnamen en daar is Leo Watson (die we al ontmoetten als één van de Five Spirits of Rhythm), hij scat bij het witte orkest van Gene Krupa anderhalf jaar later in "Nagasaki".
*Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika door Geert Mak. Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen. ISBN 978 90 450 21614.