De volgende dag - maandag - bereik met ik met drie verschillende auto's even na twee uur Parijs. Dat leert me, gezien de ervaringen van de vorige dag, één ding: lift nooit op zondag. Ik vind een klein hotel ergens in een zijstraat van de Boulevard St. Michel, in de buurt wemelt het van bakkerijen met Oosterse lekkernijen, die ik nog nooit eerder zag en waarvan ik pas jaren later de namen leer kennen. Ik ga als de volmaakte toerist op stap langs alle bezienswaardigheden. Het Louvre, de Eiffeltoren, de Nôtre Dame, de Dôme des Invalides, de Champs-Élysées. Ik beloop alles, want in de metro zie je immers niks. Ik stuur mijn moeder een kaartje met de medeling dat ik alleen op reis ben, maar dat ze ze zich niet ongerust hoeft te maken. Ik schrijf niet dat van eten weinig terecht komt, want ik zie me zelf niet alleen aan een tafeltje in een restaurant zitten. Ik blijf twee volle dagen in Parijs en wil dan verder naar het zuiden.