Renault
was qua productie van autorails de grootste speler op de Franse markt,
op de voet gevolgd door De Dietrich, vanaf 1950 bouwden ze samen met de
Ateliers de Construction du Nord de France de X3800, die verouderde
autorails ging vervangen. In 1958 reden er 137 in de diverse delen van
het Franse spoornet, terwijl de constructie voortging. De door De
Dietrich gebouwde exemplaren hadden Saurer-motoren van 320 PK, de andere
constructeurs gebruikten verschillende motoren van Renault, het type
517 en het type 575, ieder goed voor 300PK. De maximumsnelheid was
120km/u. Ze boden een zitplaats aan 67 passagiers. voor De naam
"Picasso" was ontleend aan het feit dat de bovengeplaatste bestuurderskiosk aan één kant stond, zoals de schilder regelmatig een neus scheef in een portret plaatste.