Electrische auto's hebben natuurlijk geen radiateur en die was destijds
- en jaren later nog steeds - het onderdeel van een auto dat de
herkenbaarheid van het merk bepaalde, maar het ontbreken van de
radiateur kan niet de oorzaak zijn van dat vrijwel alle electrische
auto's als twee druppels water op elkaar leken: voor een ruimte voor de
accu's, dan een ruimte voor chauffeur en passagiers en tenslotte een
bagageruimte waarin de rest van de accu's waren geplaatst. Dit zijn om
te beginnen drie Amerikaanse merken: Argo, Beardsley en Borland, die
een vrijwel identieke carrosserie hadden.
Argo kwam uit Saginaw, Michigan en bestond slechts drie jaar (1912 -
'14), topsnelheid de auto was 20 mijl per uur. Klaarblijkelijk waren er
twee voorstoelen tegen de rijrichting in, ieder aan een kant van de
chauffeur.
Beardsley adverteerde heel duidelijk met de vrouw in gedachte, de auto
kwam uit Los Angeles, Californië en dat is uitzonderlijk. Er schijnen
tussen 1915 en 1917 twaalf verschillende modellen leverbaar te zijn
geweest, de maximum snelheid van het lichtste model was 28 mijl per uur.
Borland zat in het laatste jaar van zijn bestaan (1913) nog altijd in
Chicago, Illinois, waar de fabriek in 1903 was begonnen. In
tegenstelling tot andere bouwers van electrische auto's had de Borland
een cardanas in plaats van kettingen voor de eindaandrijving. De
topsnelheid vas 22 mijl per uur.