1.2.12

Metronome 2

Het was natuurlijk een tikkeltje sneu dat de pianist (evenmin als de bassist en de drummer) die op de tweede plaats in de 1948 Metronomelezerspoll eindigde niet uitgenodigd werd voor de plaatopname van de Metronome All Stars, de trompetsectie bestond daarentegen uit drie man: Gillespie, Davis en en Navarro, maar bands werken nu eenmaal niet met meerdere pianisten.
Helaas heb ik het lijstje niet van Metronomes eerste poll uit 1938, wel heb ik het lijstje van muzikanten dat in januari 1939 naar de studio toog en wat me ogenblikkelijk opvalt: het is een blanke aangelegenheid. Bunny Berigan (foto) was samen met Sonny Durham en Charlie Spivak de trompettist. Berigan speelde onder meer in de bands van Goodman en Tommy Dorsey en had een eigen orkest, voordat hij aan alcohol ten onder ging, Durham speelde onder meer in Casa Loma Orchestra en leidde op zeker moment een 14-mans band met 10 trompettisten en Spivak speelde bij Glenn Miller, Bob Crosby en Tommy Dorsey voordat hij een eigen dansorkest ging leiden. De trombonisten waren Jack Teagarden en Tommy Dorsey, Benny Goodman, de clarinettist, Hymie Shertzer (uit de Goodmanband), de altsaxofonist, Arthur Rollini, de tenorsaxofonist kwam eveneens uit de Goodmanband, de andere tenorsaxofonist, Eddie Miller, speelde in het orkest van Bob Crosby. De gitarist Carmen Mastren kwam uit de Tommy Dorseyband en de rest van de ritmesectie: Bob Zurke, piano, Bob Haggart, bas en Ray Bauduc, drums uit Bob Crosby's orkest. 
Op zijn zachtst gezegd merkwaardig want waar is Lester Young, waar is Louis Armstrong, waar zijn Ellington en Basie? Maar het kan natuurlijk zijn dat in het gesegregeerde Amerika Metronome hoofdzakelijk door witmannen gelezen werd. Maar vreemd is het wel.