Wie door den Haag loopt en een klein beetje aandacht besteed aan wat er hier en daar op een gevel of schutting geschreven staat, ziet zo nu en dan het woord NAPAKU. Het was, zeg maar, de artistennaam van Piet van Heuvel (1935 - 2004). Hij was een beeldend kunstenaar, met wie ik gedurende een zomervakantie eind jaren vijftig heb gewerkt op de decoratieafdeling van V&D. We hielden alle twee van de muziek van Mingus en mochten graag met de mond minutendurende moderne jazzimprovisaties ten beste geven. Dat hield ons van het werk, want we maakten er, ver voor de luchtgitaar was geboren, de bijbehorende bewegingen bij, natuurlijk tot vermaak van de collega's, die ons waarschuwden met de kreet: "Verspreiden, verspreiden", als een hoogmogende de afdeling betrad. 's Maandagsmorgens was het warenhuis gesloten en dan moesten sommige etalages worden omgedecoreerd. Zo'n etalage moest eerst worden afgeplakt, zodat voorbijgangers niet konden zien wat er gebeurde, daar hadden wij echter geen zin in. We "vergaten" ook de etalagepoppen, die we moesten uitkleden, met een doek te bedekken, dat moest, want naakt was taboe. We gingen er met een klein vierwielig wagentje op af, over de tapijtafdeling, waar het uitstekend racen was, een van ons in het wagentje, de ander er achter. Toen ik vanochtend dit in België opgenomen concert van het kwintet van Charles Mingus vond met Charles Mingus, bas; Jaki Byard, piano; Eric Dolphy, alt sax, fluit & basklarinet; Clifford Jordan, tenorsax en Dannie Richmond, drums, dacht ik aan Piet.