Natuurlijk werd van de broers Graun, de één Carl Heinrich (1704 - 1759) bekender dan de ander Johann Gottlieb (1703 - 1771), want zo gaat dat nu een maal. Ze begonnen hun muzikale carriere trouwens identiek: beiden in het koor van de Kreuzkirche in Dresden, daarna zong Carl Heinrich in het koor van de opera van die stad om op twintigjarige leeftijd naar Braunschweig te verhuizen om daar bij de opera te gaan en zes opera's te componeren. Negen jaar later vinden we hem in Rheinsberg waar hij in 1740 Kapellmeister wordt van Frederik de Grote. Johann Gotlieb studeerde o.a. in Padua en ook hem treffen we we aan aan het hof van Frederik de Grote, al is deze dan nog slechts kroonprins. In 1740 wordt hij benoemd tot concertmeester aan de Berlijnse opera. Van beide broers een compositie: eerst Carl Heinrich met een klavecimbelconcert, vervolgens Johann Gottlieb met een symfonie.