20.12.11

Literatuur 6

Hij had nog net tijd om mevrouw Van Meerdervoort te bedanken toen Marrichje haar aanwezigheid kenbaar maakte met: "Goedemorgen Tuinstra".
"Ook goedemorgen Marrichje, het is overigens Twijnstra hoor."
"O, ik had liever dat je mij mejuffrouw Van der Brol noemt."
"Daar heb ik niets op tegen als u meneer Twijnstra tegen mij zegt."
De verhoudingen waren duidelijk, het Havankproject zou enorm gaan bijdragen aan een gezellige werksfeer.
"Wat heb jij van Havank gelezen, meneer Twijnstra?"
"Hoegenaamd niets en ik zou graag willen dat u me met u aanspreekt, mejuffrouw Van der Brol."
"Mijn vader had ze allemaal in de kast en ik heb ze, toen ik twaalf was, verslonden."
"Dan kunnen we u dus een echte autoriteit noemen", Twijnstra probeerde het niet al te sarcastisch te laten klinken.
"Destijds, maar dat is inmiddels zo'n tien jaar geleden, maar ongetwijfeld ga ik alle Havanks met plezier herlezen."
"Het lijkt mij goed dat we beiden alle boeken lezen en afzonderlijk van elkaar een lijst met namen aanleggen en die lijsten vervolgens met elkaar vergelijken, daarnaast moeten we zoveel mogelijk details uit Havanks leven achterhalen."
Zo, dat had hij in ieder geval duidelijk gemaakt. Hij moest hoe dan ook de leiding van het Havankproject in handen houden.