Op de 28ste gingen we op weg naar Friesland, naar Doanjum om precies te zijn. In het Nederlands heet de plaats Dongjum, dat hebben de Friezen te danken aan een Hollandse olfert die niet wist dat dong in het Fries mest betekent en zo ken ik nog wel een paar Friese plaatsnamen die door een Haagse sukkelaar in het ongerede zijn gebracht. Gistermorgen wandelde ik met mijn oudste zoon en Una de weg af die naar de boerderij leidt, waar we logeerden. Op de terugweg begon een jonge, eenzame kraai ons schreeuwend te omcirkelen en streek daarna voor onze voeten neer. Dat was onverstandig want Una blijft een jachthondje en deed een uitval. Maar de kraai liet zich niet afschrikken en wandelde even later tien meter voor ons uit naast mijn zoon. Het was een ongewoon gezicht. Wanneer mijn zoon stopte, stopte de kraai ook. Hij pikte hier en daar wat, maar bleef tenslotte achter.