4.6.16

Lagonda

Je zou verwachten dat een Europees immigrant in de Verenigde Staten meer dan eeuw geleden een fabriek begon, maar niet dat exact het omgekeerde plaats vond. Benjamin Berkeley Hotchkiss (1826-1885) uit Watertown (Ct) maakte wapens in Frankrijk, later leverde de firma (dan gevestigd in Saint-Denis bij Parijs) ook auto-onderdelen o.a. krukassen aan Panhard-Levassor, voordat in 1903 een eigen voiture verscheen. Wilbur Gunn (1859-1920) - afkomstig uit Ohio - stond in 1906 aan de wieg van Lagonda (genoemd naar een rivier in die Amerikaanse staat) in Staines (Middlesex). Het eerste grote succes kwam met een betrouwbaarheidsrit van Moskou naar St. Petersburg, waardoor tsaar Nicolaas II  in het merk geïnteresseerd raakte en zoiets is altijd goed voor de omzet. Lagonda bleef tot in de jaren dertig een merk dat stond voor goed geconstrueerde, sportieve wagens, in 1935 dreigde het te worden opgenomen in het Rolls-Royceconcern, dat Bentley al had opgeslokt, maar dat werd voorkomen door de advocaat Alan P. Good die Lagonda voor 72.500 Britse Ponden overnam en William O. Bentley bij Rolls-Royce weghaalde en als hoofd van de ontwerpafdeling aanstelde. Bentley begon de zescylinderviereneenhalveliterMeadowsmotor op te peppen en in 1938 verscheen de LG6 met een prijskaartje van 1150 Pond. De LG6 die ik woensdag j.l. in Dalfsen fotografeerde dateert uit 1940.