Natuurlijk zorgde de ‘24 Uur van Le Mans’ voor de nodige reclame, maar van de tien in de reeks op dit blog genoemde merken zijn er acht in de loop der jaren volledig verdwenen. Bentley, eerst onder de paraplu van Rolls-Royce en nu onder die van BMW is er nog en Cadillac blijft waarschijnlijk dankzij de Amerikaanse regering in leven. Laten we eens kijken wat er met de rest van de merken is gebeurd: Chenard & Walcker, eens Frankrijks vierde automobielfabriek, verdween in 1951, toen het merk werd overgenomen door Peugeot en de kenmerkende kortneuzige C&W-bestelwagens, die naam gingen dragen. Van V.P. (Vernet - Pairard) heb ik na 1958 geen gegevens meer kunnen vinden. S.A.R.A., de enige succesolle luchtgekoelde Franse auto in de jaren twintig, verdween al in 1930. Simca ooit begonnen als Franse Fiat, nam na de oorlog Talbot en Ford-France over en ging later, net als de Britse Rootesgroep, deel uit maken van het Chryslerconcern en was in 1967 op zijn beurt Frankrijks vierde automobielfabriek. Toen Chrysler in problemen kwam werd Simca voor $1 verkocht aan Peugeot, die op basis van zijn eigen auto’s, probeerde het merk Talbot te herintroduceren, Simca verdween dus op 1 januari 1980. Lagonda, een Brits merk, dat sinds 1906 bestond werd in 1947 overgenomen door het David Brownconcern en in 1948 verscheen de laatste door W.O. Bentley, die vanaf 1935 voor Lagonda gewerkt had, ontworpen auto, maar aan de Lagonda kwam in 1961 een eind. Tracta verdween reeds in 1934. BNC drie jaar eerder. Delage, in 1935 al opgeslokt door Delahaye, hield het eind 1953 net als Delahaye voorgezien.
