28.5.13

Toeval 3

De eerste weken van februari was het hotel ieder jaar "voll belegt". De eersten die arriveerden waren de drie Nederlandse dames, ze werden van het dichtstbijzijnde station per auto opgehaald door Franz Brünstig, het niet al te pientere manusje-van-alles en de enige nog in leven zijnde nazaat van één van de stichters van het hotel, alhoewel dat in 1865 slechts de naam van "Dorfskneipe" verdiende. Twee dagen later kwam Frau Gudrun von Dönsk uit Münster aangereisd, meestal tegelijkertijd met Henk-Jan de Kater uit Kampen. Hij vertoonde zich nooit op de piste van Großrammig, hij hield het bij stevige bergwandelingen, die hij steevast in "Lederhosen" ondernam. Tegen de avond van dezelfde dag reed ook de suv van de Van Scrotumpjes uit Castricum het parkeerterrein van Skihotel  Hitzig und Brünstig op. Zij hadden drie kamers nodig, één voor de ouders, één voor  de zeventienjarige tweeling Frans-Frits en Frits-Frans en één voor de drie dochters van 15, 12 en 9.