De Topolino (de Italiaanse naam van Mickey Mouse) verscheen, zoals gezegd in 1936 en had de lijnen van de een jaar eerder verschenen, grotere Fiat 1500. Het zijklepmotortje had een inhoud van 569cc, de meeste van de geproduceerde 500 A's hadden een open dak, de bumpers waren een extra.
De 500 B was slechts twee jaar in productie, in 1948 en '49, de motor was een kopklepper met dezelfde inhoud als die van de 500 A. De auto werd geintroduceerd op de autosalon van Genève. Aan het uiterlijk was weinig veranderd. Op de Salon van Turijn later dat jaar (15 - 26 september) verscheen de stationcarversie en dus een vierzitsauto: de Giardiniera - Belvedere.
De 500 C behield de motor van de 500 B, maar de carrosserie werd behoorlijk onder handen genomen, zowel de voor- als achterkant werd veranderd, maar de eerste en tweede versnelling waren nog steeds niet gesynchroniseerd. Verbruik was 1 op 20 en de topsnelheid 95 km/u.
De Nuova 500 kwam in 1957, twee jaar nadat de feitelijke opvolger van de 500 C, de 600, was verschenen. De nieuwe 500 had een zelfdragende carrosserie en een luchtgekoelde tweecylindermotor met een inhoud van 479cc achterin. Inmiddels is er in deze tijd, waarin originele vormgeving klaarblijkelijk lastig te bedenken is, door Fiat een opgeblazen Nuova 500 op de markt gebracht. Qua vormgeving even overbodig als de nieuwe Mini.
