Nadat de kortgebroekte grijsaard met spataderen en al zich uit de voeten had gemaakt, vroeg mijn verlosser: "Waar ken ik u ergens van?", terwijl Van der Blaf hartstochtelijke pogingen deed om, waarschijnlijk vanwege de vleeslucht, bij hem in het gevlei te komen door tegen hem op te springen en zijn schoenen te likken, "Bent u klant in mijn slagerij?" "Nee, ik was ooit lid van "Wilt heden nu treden", antwoordde ik. "Aha, ik dacht ik ken dat gezicht, maar dat is inmiddels toch wel vijf jaar geleden, want "Wilt heden nu treden" bestaat al vijf jaar niet meer en is omgevormd tot het shantykoor "Op de woelige baren". Maar waar ging de ruzie met die man daarnet nou eigenlijk om?" "Hij zei dat ik Van der Blafs drolletjes niet had opgeruimd terwijl ik altijd zakjes bij me heb, hij was in hondepoep getrapt maar die kon onmogelijk van mij zijn, want ik ruim na Van der Blaf altijd keurig netjes op." "Kortom een zeikerd dus. Kom ik tracteer op een kopje koffie om de ellende te vergeten." En zo zat ik vijf minuten later met slager Bakker, ik heb die naam altijd heel verwarrend gevonden en me afgevraagd of er ook een bakker Slager bestond, aan de cappuccino.
Archibaldina Kwakernaak