Jureren is een wonderlijke bezigheid, ik heb
het twee keer
gedaan : één keer lang geleden in Drente, waar
ik met het
Groninger fenomeen Jacques d’Ancona iets moest beoordelen,
nu kan een mens met heel veel anderen muziek jureren maar
niet met deze drammerige betweter. De tweede
keer dat ik me
liet overhalen was jaren later en vond plaats
in een gelegenheid
ten zuiden van Utrecht. Er dienden
klezmerklanken te worden
beoordeeld. Mijn vader had een uitgebreide
collectie op 78-
toerenplaten en ik had in 1978 een
radioprogramma met die
muziek gemaakt. Ik was dus, zeg maar, behoorlijk goed op de hoogte.
Toch vond ieder deelnemend groepje het noodzakelijk uit
te leggen waar
klezmermuziek vandaan kwam en bij welke gelegenheden
het werd gespeeld. Opvallend was bovendien dat iedere
muzikant een hoofddeksel droeg en in zwart/wit
gekleed was.
Ik
informeerde naar deze toch wel opvallende “klederdracht”.
Er kwam een eensluidend antwoord: joden kleden
zich zo.
Ik heb iets gemompeld over een scherp mesje,
dat meer
ter zake deed.