Het was met de grote Franse merken halverwege de jaren vijftig eigenlijk wel gedaan, Bugatti, Delahaye, Delage, Talbot Lago en ook de iets mindere als Hotchkiss en Salmson hadden hun tijd gehad en er was dus lef voor nodig om toch een extreem prijzige wagenn in de markt te zetten, maar dat deed de Société Facel (Forges et Ateliers de Construction d'Eure-et-Loire) onder aanvoering van Jean Daninos, die naam gemaakt in de Franse vliegtuigindustrie en begin jaren vijftig speciale carrosserieën bouwde voor Ford, Simca, Panhard en Renault, terwijl veel geld verdiend werd met de levering van de carrosserie voor de Delahaye V.L.R. aan het Franse leger (zie dit blog 1 mei j.l.). Een eigen motor werd niet ontwikkeld, die kwam van Chrysler in de vorm van een V8, in 1955 met een inhoud van 4,8 liter, een jaar later met inhoud van 5,4 liter. De HK500, een coupé, onthuld tijdens de Parijse Salon in 1958 had een topsnelheid van 235 km/u.
