Niet alle Amerikaanse auto's komen uit Detroit, al zijn wel de meeste hoofdkantoren in Mo(tor)town gevestigd. Dat is niet altijd zo geweest. Studebaker zat in South Bend, Indiana, Nash in Kenosha, Wisconsin en Chandler in Cleveland, Ohio.
Studebaker begon in 1902 met de fabricage van auto's maar bestond in dat jaar al een halve eeuw en was vooral bekend door de huifkarren waarmee de pioniers naar het westen trokken.
Charles W. Nash, voormalig president-directeur van General Motors kocht in 1916 de Thomas. B. Jefferyfabriek en vanf 1918 droegen de in Kenosha gebouwde auto's zijn naam. Op de foto een Ambassador 8 uit 1940.
Chandler bestond maar zestien jaar van 1913 tot 1929, de grootste jaarproductie was 20000 auto's. Op de foto een zescylinder uit 1926.
