1.9.20

NU

Op een dag in het late voorjaar van 1978 rijd ik van Lake Charles naar Houston, daar heb ik een afspraak met Delbert McClinton en met Huey Meaux, op een of andere  manier loop ik de ontmoeting met de laatste mis. Mijn verhalen op mijn blog gaan veel over het verleden, over mijn heden valt niet zo heel veel te melden. Ik  leg nog uit  waarom. 
Ik wind me op, onnozelaars vergelijken het mondkapje met de jodenster, alsof ze uit overheidsdienst worden ontslagen, hun bedrijf wordt onteigend, slechts op  bepaalde uren boodschappen mogen doen, telefoon en bankrekening kwijtraken, onderduiken, worden verraden en via Westerbork naar vernietigingskampen in Polen worden getransporteerd. En dan zijn er de boa- en politiemannen die geen boetes meer wensen uit  te schrijven, wanneer er geen anderhalve meter afstand wordt gehouden, omdat die ook niet bij het huwelijk van Minister van Justitie Grapperhaus in acht werd  genomen. Wanneer Grapperhaus vandaag zijn kersverse echtgenote zo'n forse oorvijg  geeft dat ze tegen de grond tuimelt, dan mag ongestraft iedereen dat. In Belarus demonstreert men voor vrijheid, in de Verenigde Staten voor gelijkberechtiging, in Libanon voor het naakte bestaan en hier? Hier en in buurlanden tegen mondkapjes. 
Ik lees. Heb een paar dagen geleden  Jens Malte Fischers "Karl Kraus Der Widersprecher" gesloten. Magistraal boek, dat zich behalve met het leven van Kraus ook met de geschiedenis van Oostenrijk tussen 1890 en 1938 bezighoudt en ik ontdekte dat ik daar verdraaid weinig - hoe anders dan de geschiedenis van Duitsland -  van weet. Vreemd overigens  dat daar nooit verantwoording voor de wandaden in de Tweede  Wereldoorlog, anders dan in Duitsland, is afgelegd. Ook Italië is bij mijn weten nooit gestraft, klaarblijkelijk had men in Abessinië gevoegelijk zijn gang kunnen gaan. Dat land lag ver weg. In Afrika, een werelddeel waar het totale Westen een beboterd hoofd van heeft.
En dan nu het heden: mijn mobiliteit is vrijwel nihil, niet door Covid-19, maar door mijn benen, die het lopen tot een crime maken. Gister zag ik röntgenopnames van mijn rug en ze maakten me niet vrolijk, een en  ander blijkt behoorlijk vergroeid. Donderdag wordt een MRI-scan gemaakt, aansluitend heb ik een  gesprek met een specialist of er chirurgisch gaat worden ingegrepen.