6.9.20

Adelbert 6

Bullay was een merkwaardig dorp, alle inwoners bleken, wat je nu een mohawkkapsel zou noemen, maar wat  destijds rond de Moezel een Bullaykam heette, in fluorescerende kleuren, te  dragen, bovendien waren ze zonder uitzondering getatoeëerd en buitengewoon luidruchtig. Adelbert keek zijn ogen uit en vroeg zich af hoe hij de in dit pandemonium de dorpssmid zou kunnen vinden,  want geen van de Bullayers leek aanspreekbaar. In het centrum, in de Graf Breiselstraße was ieder huis als dartboard beschilderd, langzamerhand begon het hem te dagen: Bullay was Bull's Eye. Hij sprak een bejaarde man aan, die hem met onverstaanbare kreten juichend tegemoet kwam en vroeg in zijn beste Duits: "Wo finde ich der Dorfsschmiede?" "Haueschuberhaueschuberderhaueschudegrumgrumbauer", was het antwoord. Dat schoot dus niet op. Hij zou de dorpssmid op geheel eigen gelegenheid moeten vinden, want in dit oord heerste werkelijke waanzin, hij bedacht  dat de enige die hem hier als  gids had kunnen dienen Raymond van Barneveld zou zijn geweest. Hij vloekte.