16.4.07

Geratel en gestamp

Gister heb ik met veel nocht de bijdrage gelezen van de heer Ter Vloot, want ik word ook grantig van al dat blote volk, dat maar ongegeneerd de nakende bullig zien laat: men heeft de schaamte de kop afgebeten. het zijn krekt koeien zonder jarepuiden, zoals de wijven van tegenwoordig erbij rennen. Er hoeft maar een streeltje zon te wezen of het jak gaat uit. Maar Ter Vloot heeft dat al tijge mooi gezegd en ik wil het over wat anders hebben. Over het barbekjoen. Mensen, mensen ik weet niet wat ze erop leggen, nevens mij is het allegaar vlees van het stankfabriek uit Burgum, want ik kan mij niet begrijpen, dat het van de slachter uit de buren komt, zo stinkt en walmt het. En ze moeten ook heel wat afvreten, want het duurt maar en het duurt maar. Ze beginnen om halve zevenen en ze zijn om kwartier over negenen nog niet klaar. En maar zuipen en zuipen, het ene flesje bier na het andere en de muziek wordt heeltijden luider: allerovergrijselijkst geratel en gestamp.

Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule.